De energietransitie zet regio’s steeds sterker onder druk om nieuwe, slimme oplossingen te ontwikkelen voor duurzame energieopwekking en -gebruik. Tijdens de inspiratiebijeenkomst ‘Decentrale waterstof: van agri tot afname’, georganiseerd vanuit Fieldlab Hydrogen in Agri, werd duidelijk hoe technologie, data en regionale samenwerking samenkomen om waterstofproductie daadwerkelijk schaalbaar te maken.
Het Fieldlab Hydrogen in Agri – een innovatief test- en ontwikkelprogramma waarin ook Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en Greenport Noord-Holland Noord deelnemen – richt zich op het toepassen van elektrolysetechnologie in de agrarische praktijk. De bijeenkomst vond plaats bij bloembollenbedrijf Rainbow Colors, een van de pioniers binnen het project, en trok ruim tachtig tech-, energie- en logistiek professionals.
De centrale boodschap: de meeste potentie ligt in decentrale waterstofproductie, waarbij conversie, opslag en afname dicht bij elkaar worden georganiseerd.
Rainbow Colors is een van de Fieldlab-partners die concreet werkt aan het toepassen van elektrolyse in een agrarische setting. Directeur Bas Karsten deelde de technologische keuzes die het bedrijf maakte. De kern: het inzetten van een solid oxide electrolyser (SOE) – een technologie met een hoog elektrisch rendement en een aanzienlijk lagere onderhoudscyclus dan PEM- of alkaline-oplossingen.
Een belangrijke innovatie is de lange levensduur van meer dan 20.000 operationele uren zonder onderhoud, waardoor de kostprijs per geproduceerde kilo waterstof significant daalt. De SOE draait op variabele stroom afkomstig van bedrijfsdaken vol zonnepanelen. Een batterijbuffer optimaliseert het aantal draaiuren zodat de electrolyser economisch rendabel kan functioneren.
De geproduceerde waterstof wordt opgeslagen in tanks op het terrein, met een capaciteit van 4.000 kilo – genoeg voor ongeveer een weekproductie. Hoewel teruglevering van warmte en elektriciteit via een WKK mogelijk is, blijkt de kostprijs per kWh te hoog. Daarom richt Rainbow Colors zich op de markt: regionale afnemers die groene waterstof willen inzetten in mobiliteit en bouwlogistiek.
Een van de technologische uitdagingen bij waterstofprojecten is een robuuste businesscase. Stephan Falcao Ferreira van Invest-NL presenteerde een door hen ontwikkelde financiële tool die ondernemers ondersteunt bij het bepalen van optimale configuraties en rendabele schaalgroottes. Met input uit het Fieldlab is een rekenmodel ontwikkeld dat rekening houdt met:
Een belangrijk inzicht dat Stephan deelde: de combinatie van eigen opwek én een netaansluiting levert de hoogste bezettingsgraad van electrolysers op, wat deprijs per kilo waterstof verlaagt. Maar de belangrijkste factor blijft toch wel de zekerheid van afname. Zonder gecontracteerde afnemers wordt financiering heel erg moeilijk.
Vanuit de horticulture tech-sector presenteerde DivisionQ het project ‘Tanken bij de Tuinder’. De innovatiestichting van Koppert Cress ontwikkelt een volledig geïntegreerd waterstofsysteem naast de kwekerij in Monster. Het ontwerp is inmiddels afgerond. De technische configuratie met een 1 MW-elektrolyser combineert duurzame opwek met warmte-integratie en opslag. Volgens projectleider Bart van Meurs is inmiddels al een eerste groep afnemers gecontracteerd, waardoor de basis voor realisatie stevig genoeg is om door te gaan. “Er kan nog meer bij, maar dit is voldoende om de investering verantwoord verder te brengen.”
DivisionQ gebruikt het Invest-NL model om technisch-financiële aannames te toetsen en als basis voor gesprekken met financiers.
Wouter Tettero van Rebel Group belichtte een andere technologische noodzaak: het ontlasten van het elektriciteitsnet. De groei van elektrisch transport vraagt om een enorme uitbreiding van netcapaciteit. Het laden van 150.000 elektrische trucks – het toekomstbeeld – zou al meer elektriciteit vragen dan Nederland nu totaal verbruikt.
Waterstof is daarom essentieel: het maakt het mogelijk om energie geografisch te verplaatsen zonder het elektriciteitsnet te belasten.
Maar de grootste technische uitdaging blijft de kostprijs per kilo. Voor een rendabele overstap van truckvloot naar waterstof moet de prijs rond de € 6,50/kg komen. Regionale productie en directe levering aan transporteurs is cruciaal om dat haalbaar te maken. Daarom pleit Rebel voor lokale waterstofketens: tuinders met elektrolysers, gecombineerd met tankfaciliteiten en regionale transporteurs.
Ronald Linthorst van Rabobank liet zien dat waterstofprojecten technisch en financieel maatwerk zijn. Grote projecten stagneren, maar kleinere decentrale oplossingen – zoals het NHN-project H2Hollandia – tonen aan dat innovatieve configuraties wel degelijk kansrijk zijn. Zijn belangrijkste adviezen:
Deze inzichten sluiten nauw aan bij de doelstellingen van het Fieldlab: regionale technologieontwikkeling voor toepasbare, schaalbare oplossingen. De bijeenkomst maakte duidelijk dat Noord-Holland Noord beschikt over cruciale bouwstenen voor een succesvolle regionale waterstofketen, met innovatieve agrarische ondernemers en groeiende vraag vanuit transport en bouw. De sleutel tot versnelling is het koppelen van decentrale productie aan regionale afname.