Cryoworld uit Wieringerwerf is een van de partners in het onderzoeksproject ICEFlight, dat zich richt op de ontwikkeling van waterstof-aangedreven luchtvaart. Het bedrijf speelt een sleutelrol in het efficiënt functioneren van de elektrische systemen aan boord van een waterstof-elektrisch aangedreven vliegtuig. “We gebruiken onze technologie om elektriciteit zo efficiënt mogelijk te transporteren. Met minder weerstand en minder massa aan kabels.”
ICEFlight (Innovative Cryogenic Electric Flight) is een onderzoeksproject onder leiding van Airbus, uitgevoerd binnen het publiek-private programma ‘Luchtvaart in Transitie’ en mede gefinancierd door het Nationaal Groeifonds. Het consortium bestaat uit Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen, waaronder Airbus Netherlands, het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR), de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Twente. Ook twee bedrijven uit Noord-Holland Noord zijn betrokken: Futura Composites en Cryoworld, die onder de vleugels van GKN Aerospace opereren.
Volgens Jan-Willem van Zwieten, projectmanager bij Airbus Netherlands, kan supergeleiding een belangrijke schakel zijn in het competitief maken van vliegen op waterstof. “Airbus zet in op een veelzijdige aanpak om CO₂-uitstoot te verminderen. We onderzoeken verschillende technologieën, waaronder waterstof, via ons ZEROe-project. In 2025 hebben we waterstofbrandstofceltechnologie als meest veelbelovend geselecteerd, na jaren van onderzoek.”
Een van de grootste uitdagingen is het efficiënt opslaan van waterstof in het vliegtuig. “Als brandstof is waterstof interessant; het bevat drie keer zoveel energie als kerosine. Maar in volume is het vier keer zo groot in cryogene vloeibare vorm,” legt Van Zwieten uit. Daarmee verwijst hij naar de extreem lage temperaturen die nodig zijn om waterstof vloeibaar te houden. “Doordat deze cryogene toestand tijdens de vlucht behouden moet blijven, is opslag in de vleugels – zoals bij kerosine – niet mogelijk.”
Binnen ICEFlight is een vliegtuig met een brandstofcel het uitgangspunt. Deze zet waterstof en zuurstof uit de lucht om in elektriciteit. Supergeleidende of hypergeleidende technologie moet die elektriciteit vervolgens zo efficiënt mogelijk naar de elektromotoren transporteren. “We gaan onze technologie gebruiken om elektriciteit zo efficiënt mogelijk van A naar B te brengen,” zegt Gerhard Knol van Cryoworld. “Met minder weerstand en minder massa aan kabels.”
Cryoworld is wereldwijd toonaangevend in cryogene technologie, maar toepassing in de luchtvaart is complex. “We moeten iets realiseren dat onder hoge druk en bij trillingen in de lucht blijft functioneren,” aldus Knol.
Cryogene technologie werkt bij temperaturen rond 20 Kelvin, oftewel -253 graden Celsius. Bij supergeleiding verdwijnt elektrische weerstand volledig, waardoor geen energieverlies optreedt. Hypergeleiding – eveneens onderzocht binnen ICEFlight – kent nog wel enige weerstand, maar functioneert bij hogere temperaturen. Hoewel hypergeleiding minder technische uitdagingen kent, is de efficiëntie lager.
Dat Airbus dit onderzoeksproject in Nederland uitvoert, is geen toeval. “Er is wereldwijd gekeken en vergeleken,” zegt Van Zwieten. “Nederland kwam daarbij sterk naar voren vanwege de aanwezige expertise in cryogene technologie.” Volgens Knol was dit voorheen vooral een nichemarkt. “Cryogene technologie werd toegepast in Big Science, zoals deeltjesversnellers. Wij zijn dan ook ontzettend blij en trots dat we nu met onze kennis kunnen bijdragen aan de verduurzaming van de luchtvaart. Het sluit naadloos aan bij onze visie om te werken aan een duurzamere wereld.”
ICEFlight is bedoeld om de ontwikkeling van cryogene technologieën te versnellen. Van Zwieten: “Het doel is om componenten en systemen te ontwikkelen die nodig zijn voor waterstofvliegtuigen. Daarbij is het essentieel om op grotere schaal te kunnen testen – iets wat mogelijk wordt dankzij de faciliteiten en expertise van het Koninklijk NLR.”
Het project is eind maart gestart en zal meerdere jaren duren. Wanneer waterstof echt een concurrerende brandstof wordt in de luchtvaart, hangt volgens Van Zwieten en Knol van meerdere factoren af. “De huidige generatie kerosinevliegtuigen is het resultaat van honderd jaar technologische optimalisatie. Het zal tijd kosten om nieuwe technologieën op datzelfde niveau te krijgen. Bovendien moet duurzaam geproduceerde waterstof qua prijs kunnen concurreren met andere brandstoffen. Er liggen dus nog de nodige uitdagingen voor ons.”