In de serie partnerportretten van Fieldlab Waterstof in Agri spreken we met voorlopers die zich actief inzetten voor een duurzame toekomst van de landbouw. In deze aflevering vertelt Pim Sturm, directeur van Loonbedrijf Sturm-Jacobs, over de ambities van zijn bedrijf rondom waterstof, de rol van samenwerking en de praktische uitdagingen waar hij tegenaan loopt. “We willen écht stappen zetten richting verduurzaming — voor onszelf én voor de sector.”
1. Kun je in het kort Loonbedrijf Sturm-Jacobs voorstellen?
“Loonbedrijf Sturm-Jacobs is een gevestigde naam in de agrarische sector. We zijn gevestigd in Wieringerwerf en actief in de akkerbouw, bollenteelt én grondverzet in Noord-Holland, maar ook elders in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. De grondverzettak is met name de afgelopen jaren sterk gegroeid, inclusief het bouwrijp maken voor bedrijven, kassencomplexen, windparken en datacenters.
“We zijn ook actief op het gebied van precisielandbouw en lopen voorop met toepassingen zoals GPS-gestuurd zaaien, variabele bemesting, precisiespuiten en opbrengstmetingen op bijvoorbeeld rooiers. Sinds 2013 werken we nauw samen met onderzoekscentrum Vertify, waarbij delen van het eigen terrein als proefvelden worden gebruikt.”
2. Wat was voor Loonbedrijf Sturm-Jacobs aanleiding om aan te haken bij Fieldlab Waterstof in Agri?
“Het project is voor ons belangrijk omdat het draait om samenwerking, kennisdeling en het gezamenlijk sluiten van de waterstofketen — van opwekking en infrastructuur tot afzet. We kunnen de dingen niet blijven doen zoals we ze altijd gedaan hebben; dat is simpelweg niet toekomstbestendig. Samenwerking binnen dit project helpt ons én de sector vooruit richting een duurzamer agrarisch systeem.”
3. Welke rol zie je op termijn weggelegd voor waterstof in agri?
“Waterstof kan op termijn een duurzaam alternatief worden voor diesel, vooral bij zwaar werk zoals grondverzet, oogstmachines en transport. Elektrificatie is daar vaak nog niet haalbaar vanwege het hoge energieverbruik. Ook op het erf zelf kan waterstof een rol spelen, bijvoorbeeld in combinatie met energieopslag. Lokaal opwekken en gebruiken zou bijdragen aan energieonafhankelijkheid en emissiereductie.
“Voor ons gaat het om meer dan brandstofvervanging: we willen toewerken naar een toekomstbestendig systeem waarin we de hele waterstofketen in eigen hand kunnen nemen.”
4. Wat is voor jullie de grootste uitdaging?
“De grootste uitdaging is dat nog onduidelijk is wat op het gebied van waterstof echt haalbaar en rendabel is voor ons bedrijf. We willen vooruit, maar wel met realistische verwachtingen.
“Daarnaast is het huidige aanbod van waterstofmachines zeer beperkt en ontbreekt het aan kant-en-klare oplossingen vanuit fabrikanten. Ombouw is kostbaar en risicovol, onder andere vanwege vervallen garanties.
“Ook regelgeving en vergunningen rond waterstof zijn complex en traag, mede doordat overheden hier nog weinig ervaring mee hebben. Tot slot vraagt het werken met waterstof om nieuwe kennis en scholing van personeel. Juist daarom is samenwerking in projecten als Fieldlab Waterstof in Agri zo belangrijk — we kunnen dit niet alleen.”
5. En wat is voor jou het grootste succes binnen dit project tot op heden?
“Het belangrijkste succes is de goede samenwerking binnen het project. Er wordt veel kennis gedeeld en we worden door leveranciers steeds vaker gezien als serieuze partij voor toekomstige waterstoftoepassingen. Ook is een van onze grootste klanten in het grondverzet bereid om mogelijk als launching customer op te treden — een belangrijk teken dat ons netwerk meedenkt.
“Daarnaast hebben bezoeken aan JCB en Fendt waardevolle inzichten opgeleverd, net als de bijdrage van studenten die onze casus hebben onderzocht. En heel concreet: we staan op het punt om de eerste stap in de praktijk te zetten met een waterstofaggregaat. Daarmee kunnen we gaan testen, ervaring opdoen, en echt gaan ontdekken wat er nodig is om dit werkend te krijgen op het erf. Dat voelt als een belangrijke doorbraak.”