Een netwerk van waterstofpijpleidingen op de Noordzee is economisch zinvol en praktisch uitvoerbaar. Dat zeggen onderzoekers van consultancykantoor DNV.
De onderzoekers stellen dat op de Noordzee een netwerk van zo’n 4.200 kilometer aan waterstofleidingen kan worden gebouwd. Zo’n netwerk van pijpleidingen kan offshore windparken – die naast groene stroom ook groene waterstof kunnen produceren- verbinden aan landen in Noordwest-Europa zoals Duitsland, Denemarken en Nederland.
Het produceren van waterstofgas op de Noordzee en dat via leidingen verspreiden is volgens de onderzoekers goedkoper dan waterstof importeren dat met schepen naar Noordwest-Europa wordt vervoerd. Waterstof uit Afrika en het Midden-Oosten halen wordt vaak als aantrekkelijk gezien, omdat de productie van groene waterstof in landen met veel zonneschijn efficiënter is dan in Europa. Maar om waterstof veilig te verplaatsen, wordt het doorgaans omgezet in ammoniak – en vervolgens weer terug in waterstofgas veranderd. Zo drijft het vervoer de kosten op.
Daarnaast wijzen de onderzoekers op het strategisch belang van het zelf produceren van waterstof. Pijpleidingen leggen bovendien een kleiner beslag op de ruimte, en zijn ook nog eens goedkoper dan elektriciteitskabels. Dat maakt een waterstofinfrastructuur op de Noordzee extra aantrekkelijk.