Onderzoek positief over haalbaarheid waterstofopslag op zee

Datum: 13-07-2022

Waterstof kan (langdurig) ondergronds op zee worden opgeslagen en daarmee de noodzakelijke flexibiliteit leveren om vraag en aanbod op elk moment te matchen. Dat is de belangrijkste bevinding van een studie van Energie Beheer Nederland (EBN) en TNO, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Voor de realisatie van de opslag moet wel aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan en is nader onderzoek vereist

|
|
Onderzoek positief over haalbaarheid waterstofopslag op zee

Meer opslag nodig

De studie die in juli aan de Tweede Kamer is gepresenteerd, vormt een belangrijke eerste stap in het onderzoeken naar ondergrondse opslag van waterstof op het Nederlandse deel van de Noordzee. In een eerdere studie voorzien TNO en EBN dat tussen 2030 en 2050, wanneer de grootschalige productie en import van waterstof op gang is gekomen, de opslagcapaciteit tot 4 zoutcavernes op land, die momenteel wordt voorzien rond 2030, niet meer zal volstaan.
Tot 2050 zal de opslagbehoefte voor waterstof kunnen oplopen tot 10-65 zoutcavernes en 0-5 gasvelden, afhankelijk van uiteenlopende scenario’s.

Verschillende doelen opslag

De Nederlandse Noordzee herbergt veel gasvelden die mogelijk in aanmerking komen voor opslag van waterstof. Deze gasvelden zijn merendeels al ontwikkeld en aangesloten op een platform en aardgasinfrastructuur. Ondergrondse waterstofopslag kan verschillende doelen dienen, vergelijkbaar met aardgasopslag: kort-cyclische opslag (frequente injectie en productie over korte perioden van kleinere hoeveelheden), seizoensopslag (jaarlijkse cyclus van injectie en productie in perioden van weken tot maanden van grote volumes) en strategische opslag (statische opslag van grote hoeveelheden waterstof, alleen productie bij calamiteiten).

TNO en EBN adviseren om ondergrondse waterstofopslag op zee te betrekken als een technisch haalbare optie bij de ontwikkeling van de toekomstige energiehoofdinfrastructuur en de ruimtelijke ordening van activiteiten op de Noordzee. Ook adviseren ze om de mogelijkheden en randvoorwaarden te onderzoeken om een eerste pilotproject voor waterstofopslag in een gasveld op zee te ontwikkelen. Klimaatminister Rob Jetten schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dit verstandig te vinden en dit idee over te nemen.

Mogelijkheden synergie

Bij de realisatie van ondergrondse waterstofopslag signaleren de onderzoekers diverse kansen voor mogelijke synergie met andere activiteiten op zee. Denk aan het hergebruik van bestaande infrastructuur zoals offshore gasleidingen of aan CO2 opslagfaciliteiten die naderhand worden ingezet voor de opslag van waterstof. Een ander idee is het gebruik van CO2 als kussengas. Ook het combineren van aardgaswinning en waterstofopslag in nog te ontwikkelen gasvelden op zee, waarbij de nieuwe aardgasvelden aansluitend worden gebruik voor waterstofopslag, zou synergie op kunnen leveren. Tenslotte zouden toekomstige energie-eilanden plaats kunnen bieden voor aanleg van ondergrondse waterstofopslagfaciliteiten in combinatie met waterstofproductie. Afhankelijk van het type opslag zijn de kosten van faciliteiten en infrastructuur op zee tussen de anderhalf en tweeëneenhalf keer hoger dan op land.

Er lijken dus voor waterstofopslag op zee op voorhand geen showstoppers te zijn, anders dan die welke ook een rol kunnen spelen bij aanleg op land. Voor de ontwikkeling van ondergrondse waterstofopslag op zee moet wel rekening worden gehouden met significante ontwikkeltijden van 10 tot 15 jaar. Dit betekent dat als de eerste opslag kort na 2030 beschikbaar moet zijn, er op korte termijn vervolgstappen moeten worden gezet.

Download het rapport hieronder!

 

Download

Haalbaarheid offshore ondergrondse waterstofopslag
Gerelateerd