In Fieldlab Waterstof in Agri werken bedrijven, kennisinstellingen en overheden samen aan toepassingen van waterstof in de agrisector en de ontwikkeling van een bijbehorende waterstofinfrastructuur. Een weg die, zo blijkt, de nodige obstakels kent.
Wie aan de slag gaat met waterstof, moet rekening houden met technische complexiteit en onzekerheden. “Toch blijft waterstof een interessante oplossingsrichting,” zegt Chris de Visser, oud-onderzoeker bij Wageningen University & Research en lid van het expertpanel van Fieldlab Waterstof in Agri. De Visser, die zich bij WUR bezighield met de toepassing van duurzame energie en groene grondstoffen, verwacht dat diesel in de landbouw vervangen gaat worden door waterstof..
Elektrische voertuigen in agri zijn vooral een interessant alternatief voor lichte werkzaamheden. “Voor zware werkzaamheden, in de open teelten goed voor 90% van het dieselverbruik, kijken we naar waterstof als meest kansrijke oplossing. Ik verwacht dat over tien à vijftien jaar de zware industrie en het transport zijn overgeschakeld op groene waterstof. Landbouw zal dan snel volgen. En het leuke is dat je elektriciteit die je niet kwijt kan op het net, kunt omzetten in groene waterstof.”
Als iets duidelijk is geworden in het eerste jaar Fieldlab Waterstof in Agri, dan is het wel dat toepassing van waterstof in agri niet makkelijk van de grond komt. “Probleem is vooral dat de hele keten een transitie moet maken”, weet Ralph van Soomeren, die als directeur van Rabobank regio Alkmaar e.o. is verbonden aan het project en lid is van het expert panel van het Fieldlab. “Stel dat je investeert in een waterstoftrekker, dan heb je wel de machine op het erf maar dan ben je er nog niet. Je hebt ook waterstofleveranciers nodig, onderhoudspartijen, financiers en verzekeraars, enzovoorts.”
Daarbij komt dat waterstof op dit moment nog te duur is, zeker in vergelijking met diesel. “Landelijk steken we veel energie in de overstap op waterstof. Aan enthousiasme ontbreekt het niet en ook in de agrarische sector is het bewustzijn van de noodzaak van de energietransitie absoluut aanwezig. Maar zodra je investeringen gaat doorrekenen rekenen, kan het niet uit.”
Van Soomeren is van mening dat de doorbraak in de energietransitie zal komen van bedrijven die genoeg financiële ruimte hebben om in waterstof te investeren. “Als Rabobank proberen we waar mogelijk de transitie in beweging te zetten. Dat doen we door kennis te delen en ons netwerk in te zetten om partijen te verbinden. Ook zetten we coöperatief dividend in om te onderzoeken hoe we de transitie mogelijk kunnen maken. Als we echter bancair gaan financieren, dan moet er een sluitend businessplan zijn. Bij nieuwe waterstofinitiatieven is het risicoprofiel dan vaak nog te hoog, wat banken terughoudend maakt met financieren.”
Die terughoudendheid moeten we volgens Van Soomeren overigens niet verwarren met onwil. “Als Rabobank hebben ons gecommitteerd aan het Klimaatakkoord en zien we waterstof als een belangrijke oplossingsrichting. Dit wil zeggen dat we – hoe moeizaam de energietransitie ook gaat – initiatieven op dit gebied zullen blijven ondersteunen.
Een voorwaarde is dat de overheid meebeweegt met de technologische veranderingen en zorgdraagt voor duidelijke kaders. “Wet- en regelgeving loopt altijd achter de feiten aan. Ondernemers moeten zich daardoor niet laten tegenhouden, want voor je het weet leef je in het verleden. Maar de overheid moet op haar beurt er wel voor zorgen dat regelgeving niet vertragend werkt,” zegt Van Soomeren. De Visser vult aan: “Een gemeenteambtenaar kan een vergunningaanvraag voor een waterstoftoepassing nu eenmaal niet beoordelen als er geen duidelijk kader is.”
Voor Interpolis, onderdeel van Achmea, is het essentieel dat technologie veilig en betrouwbaar is. Wat betreft de inzet van waterstof zit de branche in de oriëntatie- en onderzoeksfase, weet Bart Stengs, sectormanager glastuinbouw. Het ontbreekt nog aan kennis en ervaring over risicofactoren als brand- en explosiegevaar. “Daarom doen wij ook graag mee in onderzoeken en pilots, zoals Fieldlab Waterstof in Agri. We delen onze expertise en kijken mee naar de risicofactoren. Ook hebben we gesprekken met leveranciers hierover.”
Om onzekerheid over investeringen in waterstof weg te nemen, is het essentieel dat er standaarden en normeringen komen. “Dat maakt het gebruik van waterstof voorspelbaar en veilig en een goede investering die te verzekeren en te financieren is,” verklaart Stengs. “Daarnaast is het nodig dat het aanbod van waterstof toeneemt, waardoor de prijs gaat delen; dat er een goede waterstofinfrastructuur beschikbaar komt en dat er een markt ontstaat voor het verhandelen van waterstof. Zijn deze stappen eenmaal gezet, dan kan de energietransitie in een hogere versnelling komen.”
Dit project kon worden gerealiseerd dankzij een financiële bijdrage van de Rabobank en wordt medegefinancierd door de Europese Unie.